Interview sprekers Duikvaker 2025

Onmogelijke expedities als uitdaging

decotime
decotime

Tekst: René Lipmann Foto’s: Vic Verlinden

Pim van der Horst duikt graag op wrakken waar nog bijna niemand is geweest. Dat zijn meestal wrakken die of erg diep liggen of op een locatie waar je niet zo makkelijk kunt komen. Hij dook al vroeg met rebreathers, in een tijd toen deze systemen een heel 

slechte reputatie kregen. Toen hij een recordpoging diepste wrakduik naar 232 meter diepte ging doen werd er zelfs op zijn leven gewed.

Je begon met duiken bij studentenduikvereniging Falco van de Universiteit van Tilburg. We hebben het over de jaren tachtig. Wat was jouw trigger om te gaan duiken?

Ik was als jongetje fan van de Thunderbird 4, uit de tv-serie Thunderbirds gemaakt in de jaren zestig. Thunderbird 4 is het favoriete voertuig van International Rescue voor reddingsacties onder water: een gele mini-onderzeeër, bestuurd door aquanaut Gordon Tracy. Het leek me fantastisch zelf de onderwaterwereld te gaan ontdekken. Als student kreeg ik die gelegenheid. Het enig wat je nodig had was een sportkaart. Je kreeg dan les en je kon duikspullen lenen. Dat ging op de NOB-manier: elke week zwembadtraining, een centraal zwembadexamen in het zwembad van de KNMA in Breda, een landelijk schriftelijk theorie-examen en een landelijk buitenwaterexamen. Ruim een jaar hard leren en trainen. Dat alles voor je eerste ster, vergelijkbaar met het open water brevet.

burdi

Je starte een eigen duikschool en zag al vroeg de voordelen van het duiken met nitrox. In een tijd dat nitrox Voodoo gas werd genoemd. Hoe kijk je terug op die tijd? 

Ik was erg geboeid door technologie. Of dat nu apparatuur was of bijvoorbeeld de gassen bij het duiken. Ik was nieuwsgierig. Wilde ook graag nieuwe dingen uitproberen. In de duikwereld sprak men al over nitrox. Niet alleen als Voodoo gas, oftewel een gas waarvan je niet wist wat het precies was en wat het zou kunnen doen met je lichaam. Ook had men het vaak over het ontploffingsgevaar van nitrox, door het hoge gehalte zuurstof. Veel organisaties, zoals PADI en de NOB hadden daarom zelfs een verbod op nitrox! Voor het halen van mijn Nitrox-brevet kon ik alleen terecht bij de Nederlandse afdeling van een Amerikaans opleidingsorganisatie: ANDI. In het begin was het dan ook bijna onmogelijk om ergens nitrox te vullen. Dat ging ik toen zelf maar doen.

In deze periode werden ook rebreathers geïntroduceerd. Niet veel later dook je met een Inspiration eCCR. Wat is een rebreather?

Een rebreather is een duikapparaat wat ervoor zorgt dat je de uitgeademde zuurstof niet het water in blaast, maar hergebruikt. Vandaar de naam rebreather dat vrij vertaald her-inademer betekent. Aan de oppervlakte adem je lucht in. Lucht bestaat uit 21% zuurstof en 79% stikstof. Alleen de zuurstof gebruik je om energie in je lichaam op te wekken. De stikstof adem je weer uit. Maar je gebruikt niet alle zuurstof: 16% adem je weer uit. Die 16% kan je weer opnieuw gebruiken. Het tekort aan zuurstof, je hebt immers minimaal 21% nodig, vul je dan weer aan. Dat kan door een computer gebeuren of je doet het zelf. Er komt wel een nadeel bij kijken: het proces van energie maken zorgt ervoor dat de gebruikte zuurstof wordt omgezet in een afval-gas: namelijk CO2 (koolstofdioxide). Dat is bij inademing giftig voor mensen. Omdat je alle zuurstof wilt hergebruiken, moet het systeem gesloten zijn, want anders zou je die zuurstof die je uitademt verliezen. Maar in een gesloten systeem blijft de CO2 ook zitten. Die moet je er uitfilteren. Daarvoor gebruik je een chemisch goedje wat daarvoor zorgt. Dat chemische goedje kan erg vervelend worden wanneer het in aanraking komt met water… Er zitten dus wat nadelen aan een rebreather. Echter, het aantal voordelen is gelukkig groter.

DSC

Je werd aan boord van een duikcharter bepaald niet met open armen ontvangen met een rebreather. Dat was voor jou geen reden om de rebreather in de wilgen te hangen?  

Rebreathers hebben een slechte start gekend. Er waren in het begin nogal wat dodelijke ongelukken. Ook in Nederland. Dat heeft ervoor gezorgd dat rebreathers een heel slechte reputatie kregen. Het heeft jaren geduurd voordat daar een eind aan kwam. Volgens mij was de oorzaak van die ongevallen niet de schuld van het apparaat, maar de onwetendheid van de duiker. Een rebreather is nu eenmaal een complexer apparaat dan de gewone duikapparatuur, oftewel open circuit. Naarmate de kennis over het apparaat toenam en de training op het apparaat beter werd, nam het aantal ongelukken zeer snel af. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat het aantal ongevallen op rebreathers nog steeds hoger ligt dan op open circuit. Dat komt volgens mij doordat veel rebreatherduikers de extremen opzoeken: zoals zeer diepe duiken en zeer lange grotduiken. Met rebreathers was er opeens veel meer mogelijk. Als één van de eerste rebreatherduikers in Nederland en één van de eerste instructeurs werd ik weggezet als moordenaar en iemand die levensmoe was. De Inspiration rebreather werd zelfs de yellow box of death genoemd. Toen ik mijn recordpoging diepste wrakduik naar 232 meter diepte ging doen, werd er zelfs op mijn leven gewed. De mensen en organisaties die dat zo hard riepen, duiken nu allemaal zelf met rebreathers. Duikcharters hebben nu liever rebreatherduikers dan open circuitduikers aan boord, omdat ze dan meer duikers mee kunnen nemen. Ze hoeven daardoor veel minder helium en zuurstof mee aan boord te nemen: rebreatherduikers gebruiken veel minder gas.

DSC

Wat zijn dan de grote voordelen?

Het duiken met een rebreather heeft meer voordelen dan zo op het eerste gezicht lijkt. Het belangrijkste is misschien wel het gasgebruik. Je hebt veel minder gassen nodig om (diepe) duiken te maken. Met de huidige prijzen van helium scheelt dat ook een boel euro’s. De bodemtijden die je kunt maken zijn veel langer en je decompressiestops zijn vaak ook korter. Ook de logistiek wordt een stuk eenvoudiger: je hoeft veel minder gassen mee te nemen En dat geldt temeer aan boord van een charter of als je op een afgelegen locaties duikt zonder duikfaciliteiten. Ook blijf je warmer op een rebreather. Het filterproces van de CO2 zorgt er namelijk voor dat het gas in de rebreather warm wordt. Je ademt dan lekker warm gas in. Als koudwaterduiker profiteer je hiervan. Als je duikt met een rebreather maak je geen bellen. Dat heeft als voordeel dat je geen vissen wegjaagt en dat je in grotten minder sediment veroorzaakt. Handig voor fotografen! 

Zijn er ook nadelen aan een rebreather?

Rebreathers hebben ook nadelen. Zo vragen ze meer onderhoud en langere voorbereiding voor een duik. Een opleiding duurt ook langer. Je moet op een andere manier gaan duiken, want je drijfvermogen wordt anders en je moet met het apparaat leren omgaan. Een opleiding kost niet alleen meer tijd, maar ook meer geld. Een rebreather zelf kost ook zo’n €10.000. Daarnaast moet je ook nog regelmatig de zuurstofcellen vervangen en na drie uur duiken ook het CO2-filter. Je kunt jezelf wel heel wat geld besparen op de kosten van helium.

fwromp

Je omarmde het duiken met rebreathers volledig en specialiseerde je in technisch duiken. Tevens begon je met deelnemen en het organiseren van CCR-expedities. Vertel eens! 

Het merendeel van de expedities die ik heb gedaan waren niet mogelijk geweest zonder rebreather. Dan waren enorme investeringen in de logistiek nodig geweest. Denk hierbij aan de gassen en duikflessen. Zo was er bijvoorbeeld een expeditie naar Bunaken in Indonesië. Rond een vulkaan in zee was er een zogenaamde Coelacanth gespot. Het dier zou de schakel zijn tussen vis en mens. Tot dat moment was de Coelacanth alleen in Zuid-Afrika gezien. Wij gingen dus op zoek. Echter, het dier komt voor vanaf 100 meter diepte! National Geographic was een sponsor van de expeditie. Lokaal moesten we zorgen voor helium en zuurstof. Dat was maar in kleine hoeveelheden beschikbaar. Als we alle duiken met open circuit hadden moeten maken dan hadden we niet voldoende helium en zuurstof kunnen krijgen. We hebben overigens de Coelacanth niet aangetroffen…

Een andere expeditie was die naar de Britannic?

Klopt! Dat is het zusterschip van de onzinkbare Titanic van rederij White Star. Daar heb ik twee keer op gedoken, in totaal acht duiken. Voor 2025 staat een derde expeditie op het programma. Door White Star zijn er in totaal drie Titanics gebouwd: de Olympic, de Britannic en de Titanic. De Titanic zonk in 1912 na een aanvaring met een ijsberg. Van de ongeveer 2.224 passagiers en bemanningsleden overleefden slechts 705 mensen. De Britannic was in de eerste wereldoorlog getransformeerd tot hospitaalschip. De Britannic zonk in 1916 nadat het een mijn raakte tijdens de Eerste Wereldoorlog voor de kust van Athene. Daar ligt ze nu op een diepte van 120 meter. Van de 1.066 mensen aan boord overleefden 1.036 personen. Een opmerkelijke overlevende was Violet Jessop, een stewardess die zowel de rampen van de Titanic als de Britannic overleefde. Ze stond bekend als Miss Unsinkable. De Olympic, het oudste zusterschip, had een veel langer en veiliger leven dan haar zusterschepen. Ze was betrokken bij enkele incidenten, maar zonk nooit. 

groepbritboot

Daar mag je zo maar op duiken?  

Het organiseren van dergelijke expeditie vraagt heel wat tijd en middelen. De eerste keer ben ik er bijna drie jaar mee bezig geweest. Met name het krijgen van vergunningen om erop te duiken was een uitdaging. Daarvoor was veel geld nodig. Om mensen te vragen me te helpen en ook om de advocaten en ambtenaren te mobiliseren. Tijdens de duiken zelf was er een vertegenwoordiger van de regering aan boord aanwezig. Ook moest er een ROV mee om onze duiken te filmen. Zo werd gecontroleerd dat we niets kapot maakten of onderdelen zouden stelen. Nu is het iets eenvoudiger: de Britannic een aantal andere wrakken zijn aangewezen als toeristische attractie. Deze mag je onder strenge voorwaarden bezoeken. Ook in andere landen is het een probleem: scheepswrakken worden vaak gezien als zeegraven en cultureel erfgoed. Die regels gelden ook voor Nederland. Ik heb heel wat problemen gehad om te gaan duiken op het wrak van de Karel Doorman bij Indonesië in de Javazee. Ik wilde daar videopnames maken om een stukje Nederlandse historie vast te leggen. Dat werd mij uiteindelijk verboden door de Nederlandse Marine: het was immers een oorlogsgraf. Het is ironisch om een paar maanden later vast te stellen dat de bel van de Karel Doorman op internet te koop werd aangeboden door Australische duikers. Het is nog ironischer om een paar jaar later tot de conclusie te komen dat het wrak was verdwenen. Waarschijnlijk hebben Chinezen het wrak gestolen en het ijzer verkocht. Je begrijpt dat ik het eeuwig zonde vind dat onze expeditie niet is doorgegaan. Nederland mist hierdoor een stukje geschiedenis!

Wat is voor jou het doel van een duikexpeditie?

Mijn persoonlijke doel van dergelijke expedities is het duiken op locaties met historische waarde: de wrakken. Met name wrakken waar nog bijna niemand is geweest. Dat zijn dan meestal wrakken die of erg diep liggen of op een locatie waar je niet zo makkelijk kunt komen. Zo was ik één van de eerste duikers op de Haven en de U455, beide in Italië. Nu staan die wrakken op het lijstje van iedere technische trimix-duiker.

Je hebt een wereldrecord op je naam staan, vertel eens wat meer. 

Ja! Via een Italiaanse cursist van mij werd ik gevraagd of ik wilde deelnemen aan een recordpoging in mei 2008 naar het wrak van de Milano in Lago Majore. Dat wrak was een toen recent ontdekt met een op afstand bedienbare onderwatercamera (ROV). Het wrak ligt op een diepte van 240 meter. We zouden de duik met z’n drieën maken. Er waren meer duikers gevraagd, maar die wilden niet meedoen. Het zou een record worden op verschillende gebieden: de diepste wrakduik ooit gemaakt en de diepste teamduik. Dat ook nog eens op rebreathers. Ik twijfelde tussen de Megalodon en de Ouroboros rebreather. Het werd de Ouroboros. Er werkten meer dan 70 personen mee aan de voorbereiding en de uitvoering van de duik. Standby duikers, medisch personeel, gasblenders, mensen die het duikplatform bouwden, journalisten en getuigen voor de recordpoging. Uiteindelijk hebben we de duik gemaakt met een totale runtime van achteneenhalf uur en een bodemtijd op 232 meter van drie minuten. Gedurende de voorbereidingen waren we elke dag op de Italiaanse TV. Een Russisch team journalisten heeft er documentaire over gemaakt die je kunt terugkijken op YouTube. Het record is nog altijd niet gebroken.

team

Een andere opmerkelijke expeditie was niet naar een wrak, maar naar Boesmansgat. Een extreem diepe grot in het midden Zuid-Afrika. Wat trekt je aan in zo’n locatie? 

Boesmansgat is een zeker een heel bijzondere bestemming. Het is één van diepste bekende grotten ter wereld. Boesmansgat is ook bekend door de fatale duik van Dave Shaw. Hij wilde het lichaam van een andere duiker opduiken, maar kwam daarbij zelf om het leven. Tot op heden heeft één duiker de bodem bereikt: Nuno Gomez. Ook de bekende grotduiker, helaas ook overleden tijdens een diepe duik, Sheck Exley heeft er gedoken. De bodem ligt rond de driehonderd meter. De grot zelf ligt in een reservaat, tussen de wilde dieren, midden in Zuid-Afrika. En lastig te bereiken. Het is een hele logistieke operatie om al je duikspullen, gassen en compressoren daar te krijgen. Om de ingang van de grot te bereiken moet er ook flink geklommen worden. Als er iets misgaat, dan is hulp pas over een afstand van honderden kilometers beschikbaar. Daar hebben we met drie duikers een diepte van 170 meter bereikt. Het leuke was ook dat we weer een internationaal team waren met duikers uit Nederland, Engeland, Zuid-Afrika en de Verenigde Staten.

vicdennispim

Inmiddels zijn op veel locaties rebreathers vanzelfsprekend en in de meerderheid ten opzichte van open circuit duikers. Wat is er gebeurd? 

Inmiddels zijn rebreathers een vertrouwd beeld op charters, maar ook gewoon aan de waterkant in Vinkeveen. De rebreathers zelf zijn een stuk beter geworden en daardoor een stuk betrouwbaarder. Ook de opleidingen zijn degelijker geworden en beter afgestemd op de gemiddelde duiker. Dat maakt een rebreather een stuk toegankelijker. Ook zijn er vele aanbieders en merken van rebreathers bijgekomen. Ook worden er veel meer extreme duiken gemaakt. Die worden eenvoudiger met een rebreather. De slechte reputatie van rebreathers begint te verdwijnen. Er zijn meer mensen gekomen die zich een rebreather kunnen en willen veroorloven. Daar komt nog bij dat de technologie niet stil staat. Er wordt hard gewerkt aan technologische ontwikkelingen om een rebreather nog betrouwbaarder te maken en nog eenvoudiger in het gebruik. Denk bijvoorbeeld aan CO2-sensoren en solid state zuurstofcellen.

Je geeft op 1 en 2 februari een presentatie op Duikvaker, wat kan ik verwachten? 

Het wordt een interactieve sessie! Geen presentatie met éénrichtingverkeer, maar een gesprek met een journalist waarbij ook het publiek zal worden betrokken. En er is zeker gelegenheid tot het stellen van vragen. Het gesprek zal worden ondersteund met spectaculair beeldmateriaal.

Pim van der Horst

Pim van der Horst

Pim van der Horst is een gepassioneerd wrakduiker en instructeur met 40 jaar duikervaring. Door de jaren heen heeft hij zich gespecialiseerd in technisch duiken. Hij heeft deelgenomen aan en geholpen bij het organiseren van verschillende CCR-expedities. Pim is misschien wel de enige duiker die met verschillende CCR‘s duiken dieper dan 200 meter heeft gemaakt. Gedurende zijn carrière heeft Pim verschillende boeken over (technisch) duiken gepubliceerd, waaronder Rebreathers Duiken Zonder Bellen. Pim‘s Tekdiving PTD is een organisatie die zich 100% richt op technisch duiken. Je kunt er opleidingen volgen van Nitrox duiker tot Tri-Mix Instructor Trainer.
www.tekdiving.nl

Deel dit bericht: