Interview sprekers Duikvaker 2025
Onder water in de Vinkeveense Plassen

Tekst: René Lipmann Foto’s: Rob Idema
Als ecoloog en natuurgids maakt Rob Idema graag roeitochten door de Botshol, een plassen- en moerasgebied naast de Vinkeveense Plassen. Op zoek naar blauwborst, lepelaar en rietorchis. Minstens net zo lief duikt hij onder bij de populaire duiklocatie van Vinkeveen. De plas heeft weinig geheimen meer voor Rob.
Naast de Vinkeveense Plassen ligt een voor veel duikers onbekend veenplassen gebied Botshol. Wat is er bijzonder aan dit natuurgebied?

Botshol is een oude veenderij. Een gebied waar veen werd gewonnen voor lokale bevolking en het dorp Abcoude. Toen er beter en makkelijker veen gewonnen kon worden in bijvoorbeeld de Vinkeveense Plassen en bruinkool en steenkool beschikbaar kwam is er niet meer gewonnen in Botshol. Botshol is heel lang gemeente Abcoude geweest. Terwijl het daar toch een behoorlijk eind vandaan ligt. Dat is een van de redenen dat de plassen en het open water dat was ontstaan door het vervenen langzaam maar zeker weer dicht groeide en het huidige moerasgebied ontstond. Pas in 2011 is het door samenvoeging van Acoude en Rond Venen bij gemeente de Ronde Venen (en Vinkeveen gevoegd).
Het gebied staat bekend om zijn bijzondere flora boven- en onder water. Vooral om zijn kranswieren verwierf het internationaal faam. Tegenwoordig wordt Botshol beheert als moerasgebied door Natuurmonumenten. Je mag het gebied in met een roeiboot of met de boot van natuurmonumenten. Officieel mag er niet gezwommen worden maar dit wordt gedoogd zolang dit op kleine schaal is. In Botshol broeden lepelaars en aalscholvers in kolonievorm. Je kan ook met enige regelmaat de visarend, bruine kiekendief en de havik zien vliegen en je kan er verschillende watervogels en rietvogels vinden. Bijvoorbeeld de krooneend, de snor, blauwborst en baardmannetjes.



Mag je in Botshol ook duiken of snorkelen? Wat is het verschil met de Vinkeveense Plassen?
Nee in Botshol is het officieel verboden om te zwemmen of met eigen vaartuigen of drijflichamen het water op te gaan. Duiken en snorkelen is ook niet toegestaan. Hoewel dit in het verleden anders was. Toen waren de Vinkeveense plassen een ondoorzichtige groene soep. Toen werd er gedoken in Botshol. Gelukkig zijn de Vinkeveense Plassen veel helderder geworden door aanleg van riolering en een defosfateringsinstallatie en kunnen we in het heldere beter toegankelijke water genieten van het onderwaterleven. De Vinkeveense plassen zijn ook veel dieper. Maximale diepte in Botshol is ongeveer 3,5 meter.
Hoeveel plassen zijn er eigenlijk? De zandeilanden, deze zijn niet op natuurlijke manier ontstaan?
Er zijn 3 Vinkeveense plassen de Noordplas, Zuidplas en de kleine plas. De Noord en Zuidplas worden van elkaar gescheiden door de Baambrugse zuwe waar Eiland 4 mee verbonden is. De Zuidplas en de kleine plas worden van elkaar gescheiden door de N201 die daar dwars doorheen loopt. De plassen zijn ontstaan door vervening ofwel turfwinning. In de Vinkeveense plassen is de vervening pas laat op gang gekomen en lang doorgegaan. In 1896 is een verveningsconcessie afgegeven voor het gebied wat nu Vinkeveense plassen is en deze was 90 jaar geldig. De vervening kon dus doorgaan tot 1986. Dit is niet gebeurd, de vervening is gestopt rond 1975 waarbij de laatste jaren het veen niet meer gebruikt werd voor turf maar als turfmolm in het Westland werd gebruikt. Voordat de vervening werd beëindigd was er een andere manier van exploitatie uitgedacht. Zand voor bouw van nieuwe woonwijken werd tot ongeveer 1960 langs de stranden gewonnen. Met de watersnoodramp in het achterhoofd werd kustbescherming steeds belangrijker en vond men dat er geen zand meer gewonnen kon worden langs de kust. Zand moest dus van een andere plek komen. Onder de veenlaag van Vinkeveen bleek een grote zandplaat te liggen. Vinkeveen verkocht zijn zand aan Amsterdam. Het zuigen van zand begon in de Vinkeveense plassen. Vooral in de Noordplas is zand weggezogen tot een diepte van 50 meter. Omdat er een grote plas ontstond met veel golfslag besloot met een ring van 12 zandeilanden aan te leggen om het achterland te beschermen tegen afslag door golven.

Hoe is de unieke structuur van de Vinkeveense legakkers is ontstaan?
In Vinkeveen was een verveningsconcessie afgegeven voor 90 jaar. De industrie had echter niet stil gestaan. Er waren veensteekmachines ontwikkeld enorme drijvende vaartuigen met een stoommachine die het veen afstaken tot een diepte van wel 5 meter en dit vermengde met water en dan opspuiten op het eiland waar het veen vanaf gestoken werd. Daar werd de veenmodder gedroogd aangestampt en in blokken gestoken. Zo ontstonden steeds smaller wordende lange legakkers. Om te voorkomen dat het eiland weggeslagen werd door de golven moest het een minimale breedte hebben.
Wat maakt de Vinkeveense Plassen voor jou als duiker zo aantrekkelijk?
Ik ben altijd met veel plezier in of op de Vinkeveense plassen. Of het nu bij Eiland 4 in het duikgebied is of bij Eiland 1, ondiep tussen de waterplanten. Helaas zijn daar vorig jaar de trappen weggehaald. Duiken is daar wat meer een uitdaging geworden. Je kan ook wat dieper bij Eiland 1 langs de helling, waar je bij goed zicht de waterleidingbuis naar de overkant (Eiland 8) kan zien lopen. Je kan ook heel diep duiken naar de dierentuin op 40 meter voor Eiland 4. De diepte is ook een heel bijzondere ervaring. Andere plekken waar niet veel gedoken wordt, zoals de vissenbossen in de Zuidplas, zijn ook bijzonder. Je kan daar soms sponzen op de takken aantreffen die wel 40 tot 50 cm de waterkolom insteken. Wat ik ook graag doe, is lekker snorkelen langs de noordwestkant van de Vinkeveense Plassen, op zoek naar slakjes en kokerjuffers of langs Eiland 8 kranswieren bekijken. De Vinkeveense Plassen hebben voor iedereen iets bijzonders om te ontdekken. Bijzonder ontmoetingen voor mij waren de eerste exemplaren van verschillende soorten invasieve Amerikaanse rivierkreeften. Of meerdere ontmoetingen met kwabaal. Andere leuke waarnemingen zijn die, als een van de eerste, zwartbekgrondels en de Kaukasische dwerggrondel.



De eilanden 1,2, 4 en 5 zijn vanaf de kant bereikbaar. Heb je een eigen boot om naar Eiland 8 te varen en duiken?
Nee, ik heb geen eigen boot. Met onze duikvereniging Scubadoe ‘de Venen’ hebben we wel een tijd een eigen boot gehad. Je kan echter altijd duiken op de Vinkeveense Plassen door mee te gaan met de bootduiken van Airdiving, Scuba Academie, GoDive Woerden of Scuba Diving Vinkeveense plassen. Het is bijna elke dag wel mogelijk om het water op te gaan. Hoewel het natuurlijk in de zomer aangenamer is.
Een van de plekken die het meest wordt gewaardeerd door veel duikers is de snoekentuin bij Eiland 8. Dat is een vrij ondiepe heuvel, waar op een diepte van ongeveer 6 meter, bijna altijd een groep snoekbaarzen, baarzen en snoeken aan het ‘relaxen’ is. Je kan daar ontspannen tussen hangen terwijl de grote vissen rustig net op of net boven de bodem hangen.
Je bent ecoloog en natuurgids. Hoe is het met de natuurwaarde van de Vinkeveense Plassen gesteld?

Tja, dat is beste een moeilijke vraag. Want hoe meer je weet, hoe meer je beseft wat je allemaal nog niet weet. Het is ook afhankelijk met welke invalshoek je naar de natuurwaarde kijkt. Wat ik op dit moment heel fijn vind aan de Vinkeveense Plassen is dat het zicht uitstekend is. Dat is echter niet het ideaal voor iemand die bijvoorbeeld op brasem of op karper vist. Dat zijn vissen die het goed doen en in grote getalen voorkomen in voedselrijke troebele wateren. De helderheid zorgt er voor dat er weer waterplanten kunnen groeien vanaf een zekere diepte. Op plekken waar dan niet veel gevaren wordt kan dit er voor zorgen dat grotere waterplanten zoals fonteinkruiden naar het oppervlak groeien en dan vast komen te zitten in een bootschroef of rond een roer. Veel macrofauna, slakken en kleine vissen vinden beschutting tussen die waterplanten. Dus zou je zeggen dat het goed is voor de natuur. Maar voor de beleving van de Vinkeveense Plassen is het dan minder. Een soort die altijd voor wat ophef zorgt is het zoetwaterkwalletje. Mensen die niet bekend zijn met het feit dat die ook in het zoete water kunnen voorkomen schrikken er soms van. De temperatuur van het water is heel belangrijk voor deze kwallen, ze komen pas tevoorschijn wanneer de watertemperatuur voor langere tijd boven de 20 graden is geweest. Dat is echter ook de watertemperatuur waarop blauwalgen het goed doen. Blauwalgen wil je weer niet omdat je daar flink ziek van kan worden. Daarnaast hebben we ook een bijzondere zeldzame vis in de Vinkeveense Plassen de kwabaal. Deze vis kan niet tegen watertemperaturen die langdurig boven de 18 graden zijn. Dus als de bovenste laag warm wordt moet de kwabaal zich terugtrekken naar de koelere diepten terwijl al zijn prooien in de warmere bovenlagen zit. De warmere zomers van de laatste jaren zijn dus goed voor sommige soorten, maar weer slecht voor andere.
Gaat het goed met deze soorten in Vinkeveen? Zijn er actuele ontwikkelingen?
Met veel soorten gaat het goed in de Vinkeveense Plassen. Met een aantal echt niet, bijvoorbeeld de rivierdonderpad. Een vis van ongeveer 10 cm lang die vroeg in het voorjaar nestjes maakt onder een stuk hout of steen. Degene die het nestje maakt is het mannetje, hij probeert een vrouwtje te verleiden eitjes te leggen tegen het dak van zijn nestje en bevrucht die dan en bewaakt ze tot ze uitkomen. Het is leuk om de visjes bezig te zien en leuk om bij te houden hoeveel van die nestjes er zijn. Nu zijn er twee exoten die dezelfde manier van voortplanten hebben. De zwartbekgrondel en de marmergrondel. De zwartbekgrondel en de marmergronden zijn groter en agressiever dan de rivierdonderpad en ‘onze’ rivierdonderpad wordt verdrongen van zijn nestplekken. Ik heb ze de afgelopen twee jaar niet meer gezien. Hetzelfde geld eigenlijk voor de kwabaal, ook deze vis is de laatste jaren bijna niet meer gezien. Wat ik bijzonder vind van 2024 is dat ik bijna geen kreeft meer zie. En dat er een aantal meldingen zijn van meerval en steur. Misschien uitgezette exemplaren, maar wie weet vestigt zich een populatie.

Moeten we deze nieuwe soorten accepteren? Of bestrijden?
Er zijn beste wat gevallen bekend waar een exoot echt zodanig dominant is geworden dat die langjarig een heel ecosysteem heeft overgenomen, vooral mensen hebben er last van. Bijvoorbeeld konijnen in Australië of nijlbaarzen in het Victoriameer. Vaak komen de exoten door menselijk handelen en krijgen de mensen de populatie niet onder controle. Zo is de Amerikaanse rivierkreeft ook naar Europa gekomen. Ondertussen zijn deze kreeften niet meer weg te denken uit onze wateren. In de Vinkeveense Plassen hebben zich drie soorten gevestigd achtereenvolgens de gevlekte Amerikaanse rivierkreeft, daarna de rode Amerikaanse rivierkreeft en vervolgens de geknobbelde Amerikaanse rivierkreeft. Ze zijn er alle drie nog maar de aantallen geknobbelde waren de afgelopen jaren het hoogst. Bestrijden van de rivierkreeften is heel lastig. In 2024 lijken de aantallen wel afgenomen, maar wat de oorzaak is heeft men nog niet achterhaald. De lokale visser denkt dat het komt doordat er veel paling is uitgezet en dat die hebben geleerd de kreeften te eten. Hij heeft in ieder geval gezien dat zijn palingen heel snel groeien. Grote nadeel met bestrijden van exoten is dat je vaak ook je lokale oorspronkelijke soorten bestrijdt omdat de meeste vangtechnieken, ziektes en jacht niet heel specifiek zijn en verstorend werken.

Je bent dol op nachtduiken bij Eiland 4, wat maakt zo’n duik voor jou aantrekkelijk?
Nachtduiken is heel leuk omdat je dan nog wat beter kan kijken naar de onderwerpen die je in je lamp vangt en je kan de soorten vaak nog wat dichter benaderen. Daarnaast zie je soorten die overdag verstopt zitten. Bijvoorbeeld de kwabaal is een nachtdier dat ’s nachts jaagt maar ook snoekbaarzen jagen graag ’s nachts. De grote snoekbaarzen maar ook de kleinere baarzen hebben zelfs aangepast gedrag ontwikkeld. Ze gebruiken de lamp van de duiker om hun prooi te verrassen. Dit levert soms ook komische tafrelen op van buddy’s die dit nog niet gewend zijn en nogal schrikken als een grote snoekbaars opeens van schuin achter in hun lamp opduikt en een vis pakt.
Rob, je bent op 2 februari om 11:00 uur gastspreker op Duikvaker. Wat kan ik van je presentatie verwachten?
Ik probeer het ontstaan van de Vinkeveense Plassen te schetsen en het gehele ecosysteem en voedsel web. Ik geef ook een kijkje naar de toekomst. Wat denk ik dat er gaat veranderen, nu binnenkort het bestemmingsplan Vinkeveense Plassen wordt aangenomen. Wat kunnen we als duikers aan toekomstige plannen zien en welke bedreigingen liggen nog op de loer voor duikers, maar ook voor de dieren en planten die in de Vinkeveense Plassen leven.

Rob Idema
Als je Rob Idema in actie ziet bij de Vinkeveense Plassen, merk je meteen zijn aanstekelijke enthousiasme voor de natuur. Hij verkent regelmatig de onderwaterwereld van de plassen, waar hij tussen de waterplanten op zoek gaat naar het nachtelijke leven van snoeken en de zeldzame kwabaal.
Rob kent als geen ander de verborgen pareltjes van natuurgebieden als Botshol en de Vinkeveense Plassen. Tijdens zijn werk als natuurgids neemt hij mensen mee op ontdekkingstocht door deze waterrijke gebieden. Met oog voor detail wijst hij op bijzondere plantjes langs de oever, vertelt over bedreigde diersoorten en legt uit welke invloed uitheemse soorten zoals de Amerikaanse rivierkreeft hebben op het gebied.
Zijn jarenlange ervaring als ecoloog en onderzoeker komt tot leven in de verhalen die hij vertelt. Of het nu gaat om een lezing voor een volle zaal of een wandeling met een kleine groep - Rob weet zijn publiek mee te nemen in de fascinerende wereld van de Nederlandse moerassen en plassen. Met zijn kennis en enthousiasme inspireert hij anderen om zich in te zetten voor het behoud van deze bijzondere natuurgebieden.
Deel dit bericht: